Iliass El Hadioui over een verbetercultuur en het werken aan basisvaardigheden


"Als je dingen niet in de basis begrijpt, kun je ze ook niet in de diepte begrijpen"
Iliass El Hadioui is oprichter en programmaleider van De Transformatieve School, een verbetercultuur- en professionaliseringsprogramma voor scholen in stedelijke omgevingen. Hij legt uit dat er vier dimensies zijn die aandacht verdienen bij het ontwikkelen van een verbetercultuur en het werken aan basisvaardigheden. Ook gaat hij in op de rol die toetsing daarbij kan spelen.
Over het belang van basisvaardigheden en de verschillende dimensies die een rol spelen bij het creëren van een verbetercultuur: “De Transformatieve School begeleidt elk jaar zo’n negentig scholen en een onderwerp dat altijd terugkomt is demotivatie bij leerlingen. Deels kun je die wegnemen door betere instructie, door evidence-informed werken. Maar deels heeft het ook te maken met het betekenisvol maken van het leren, gekoppeld aan de leefwereld van de school die nieuw leven ingeblazen moet worden. Gaat deze school nog over mij? En daarmee is het ook een vraagstuk rond de ‘sense of belonging’. De sleutel daartoe zit in basisvaardigheden. Want als je dingen niet in de basis begrijpt, kun je ze ook niet in de diepte begrijpen.”
Dimensie 1: de methode
“Reken- en taalmethodes zijn niet allemaal hetzelfde. Sommige zijn meer afkomstig uit een evidence-informed traditie dan andere. Met een ongelukkige keuze voor een methode kun je het hopeloos ingewikkeld maken. Een typisch voorbeeld: als kinderen uit volkswijken door een enorme hoeveelheid tekst heen moeten om een rekensom te begrijpen. Dan zit de methodetaal in de weg. Dus de eerste stap is het selecteren van een evidence-informed methode, gericht op basisvaardigheden. Het overweldigende bewijs omtrent de positieve impact van de evidence-informed traditie, juist op de schoolse ontwikkeling van leerlingen uit kapitaalarme omgevingen, moeten we centraal stellen. Werken aan kansengelijkheid vertrekt altijd vanuit de intentie de onderwijskwaliteit te verhogen.”
Dimensie 2: de school als leeromgeving
“Interventies op basisvaardigheden kun je zien als goede zaadjes die je de school binnen brengt. Maar zaadjes hebben een vruchtbare bodem nodig. Die bestaat uit wat binnen onze wetenschappelijke traditie genoemd wordt de cultuur van hoge verwachtingen en professioneel kapitaal. Dat kapitaal is bij sommige collega’s al aanwezig in de klas, in de vorm van specifieke inzichten, expertise, kennis en vaardigheden. Maar vaak hebben andere collega’s nog geen toegang daartoe, omdat iedereen de hele dag bezig is met lesgeven en weinig met kennisdeling.”
“In deze tweede dimensie is het zaak om binnen de school een beweging te creëren van ‘ik’ naar ‘wij’. Je moet buiten het individuele klaslokaal een werkelijkheid creëren waarin collega’s van elkaar kunnen leren. Binnen ons gedachtengoed noemen wij dat de professionele coulissen-ruimte: het domein achter het podium. Het podium is de klas waar een docent zijn of haar optreden geeft. Daarachter moet ruimte zijn waar je met collega-professionals tot leren kan komen.”
“Een coulissen-ruimte inrichten betekent concreet dat je minstens 15 uur per jaar besteedt aan teamprofessionalisering op een specifiek thema. Dit is de zogeheten Londense leidraad, maar wij gaan uit van 20 tot 80 uur. En het is belangrijk dat er een structuur aan verbonden is. Denk bijvoorbeeld aan onderwijsteams of leerteams. Heeft een school relatief kleine onderwijsteams van ongeveer 8 tot 12 mensen? Dan is dat een goed aangrijpingspunt voor het creëren van een professionele coulissen-ruimte. Bij grotere onderwijsteams van 15 tot 30 mensen, werkt het minder productief en is het beter om PLG’s te creëren. Professionele leergemeenschappen waarin je met een kleinere groep docenten samenwerkt op de inhoud.”
“Met een professionele coulissen-ruimte zorg je ervoor dat erkenning, waardering en professionele veiligheid de norm worden binnen de school. Dan ontstaat een situatie waarin mensen hun kennis en vaardigheden kunnen polijsten en delen met anderen. En daarmee krijgt het optreden op het podium consistentie van les tot les. Omdat docenten elkaar in die backstage-omgeving hebben geprepareerd.”
“En als je het hebt over basisvaardigheden, gaat het bijvoorbeeld over beseffen dat burgerschap niet alleen iets cognitiefs is dat je in lessen leert, maar ook tijdens activiteiten buiten de klas en binnen de school.“
Dimensie 3: de school als leefomgeving
“Dan is er nog een derde dimensie, waarbij je je buigt over collectieve, schoolbrede vraagstukken. Die kun je invullen met ontwikkelgroepen waarin verschillende segmenten uit de school vertegenwoordigd zijn; de schoolleiding, onderwijsondersteunend personeel, docenten. Waar het in de tweede dimensie gaat over de school als leeromgeving, gaat het in deze derde dimensie over de school als leefomgeving. Dat gaat echt over de schoolcultuur.”
“En als je het hebt over basisvaardigheden, gaat het bijvoorbeeld over beseffen dat burgerschap niet alleen iets cognitiefs is dat je in lessen leert, maar ook tijdens activiteiten buiten de klas en binnen de school. Denk aan lagerhuis-debatten, spoken-word optredens of het verstevigen van de leescultuur door het uitnodigen van een schrijver. Denk ook aan sportactiviteiten. Activiteiten die een boost geven aan wat we in de wetenschap ‘sense of belonging’ noemen, een diepere verbondenheid. Die vormende activiteiten buiten de klas heb je nodig om van de school een leefomgeving te maken.”
Dimensie 4: leiderschap
“Leiderschap hangt als het ware over de drie andere dimensies heen. Want wie geeft er vorm aan het kiezen van de juiste methode, aan het inrichten van de professionele coulissen-ruimte, aan het ontwikkelen van de school als leefomgeving? Dat is de schoolleiding.”
“Het is de verantwoordelijkheid van de schoolleiding om te prioriteren en de goede dingen goed te doen. Vaak zie je dat een schoolleiding, verleid door incidenten, voortdurend nieuwe dingen introduceert of brandjes aan het blussen is. Terwijl het zaak is om een traject uit te voeren met de bevlogenheid waarmee je het bent opgestart. Evidence-informed werken betekent niet alleen de goede keuzes maken, maar ook daaraan vasthouden in de uitvoering. Dit is wat wij zijn gaan noemen de ‘professionalisering van de professionalisering’. Het bewegen van inspiratie, via professionalisering, naar een daadwerkelijke cultuurverandering.”
De rol van toetsing bij het verbeteren van basisvaardigheden
“In de evidence-informed traditie is een beweging ontstaan richting formatief handelen. Het idee dat het belangrijk is leerlingen inzicht te geven in de groei die ze verwezenlijken. Dat vraagt om meer essayistische manieren van toetsen waarbij je het grensverleggende denken van leerlingen stimuleert; het vermogen diepere verbanden te ontdekken in de wereld. Waarmee je ze niet alleen leert leren, maar echt leert denken.”
“De Duitse sociaal filosoof Habermas maakt onderscheid tussen technisch-instrumentele rationaliteit en wat hij noemt communicatieve rationaliteit. De eerste is gericht op hoe dingen werken. Rekenkundigheid, dingen kunnen afwegen, denken in effectiviteit en efficiency, in calculeerbaarheid, in oorzaak en gevolg. De tweede vorm van rationaliteit is gericht op affectie en consensus. Die gaat veel meer over de intelligentie om sociale verbanden te zien, te ontwikkelen en te beschermen. Wat heb je nodig om een voetbalvereniging te runnen of je gezinsleven vorm te geven? Hoe houd je een (mini-)samenleving bij elkaar? Daar heb je communicatieve rationaliteit voor nodig.”
“Wat heeft dit nu allemaal met toetsing te maken? Kijk eens in welke mate ons curriculum en onze toetsen gericht zijn op technisch-instrumentele rationaliteit en in welke mate op communicatieve rationaliteit. Dan is het heel duidelijk dat het primaat bij de eerste ligt. Bij taal en rekenen sowieso, maar soms zelfs bij burgerschap. Het lastige is dat het veel complexer en arbeidsintensiever is om toetsvormen te ontwikkelen die de communicatieve rationaliteit versterken.”
“In het onderwijs van vandaag zijn we de burgers van morgen aan het opleiden met het curriculum van gisteren.“
“Neem taal. In de communicatieve rationaliteit gaat taal niet over efficiënt communiceren maar over betekenis geven. Over ‘making sense of things’; dat leerlingen via taal de complexe wereld om hen heen leren te begrijpen. Een voorbeeld: veel leerlingen kampen met eenzaamheid en zingeving. Daar kun je in boeken over lezen, daar kun je leerlingen op toetsen, zelfs met multiple choice. Maar als je leerlingen wilt helpen zulke fenomenen op een dieper niveau te begrijpen, heb je meer nodig dan een toets op de technisch-instrumentele rationaliteit. Wat betekent nu bijvoorbeeld het onderscheid (in de literatuur) tussen existentiële en sociale eenzaamheid voor de leerlingen van de eigen school, in hun mini-samenleving? Dan moet je leerlingen de ruimte geven met nieuwe toetsvormen. Bijvoorbeeld interviews houden, gespreksvoering en eigenlijk een meer ‘puzzle solving’ insteek. Een vrijere opzet, waarbij de antwoorden die ze vinden wel eens radicaal anders zouden kunnen zijn dan wat jij als docent zou verwachten.”
“Wat vraagt dat van docenten? Tijd en vertraging. En inzicht. Dat je dit ziet en wilt stimuleren. Soms zijn we in het onderwijs van vandaag de burgers van morgen aan het opleiden met het curriculum van gisteren. Om de school betekenisvol te maken voor leerlingen in deze tijd hebben we, naast onze trouw aan wat werkt, een diepe hervorming nodig ten aanzien van onze professionele kijk op toetsing. En essentieel: daartoe moeten we ons bevrijden uit het binaire denken om dan maar de evidence-informed traditie los te laten. Integendeel, het moet juist vertrekken vanuit een kennisrijker curriculum, effectieve didactiek en hoge verwachtingen, maar dan niet eenzijdig gericht op de ontwikkeling van een technisch-instrumentele rationaliteit voor de systeemwereld. Maar op het hogere doel om als verantwoordelijk mens in de wereld te gaan leren staan met en voor andere mensen. Kortom, het gaat erom ons verstand te trainen verstandig te leren denken.”
4 adviezen aan schoolleiders
Voor het stimuleren van een verbetercultuur
1. Ga voor evidence-informed methodes.
Ongelukkige keuzes kunnen het werken aan basisvaardigheden hopeloos ingewikkeld maken.
2. Zorg voor ‘professionele coulissen-ruimte’.
Voor het benutten van het professionele kapitaal dat binnen de school aanwezig is, en het creëren van een cultuur van hoge verwachtingen.
3. Werk aan de school als leefomgeving.
Met vormende activiteiten die een boost geven aan de ‘sense of belonging’.
4. Doe de goede dingen goed (en prioriteer).
Voer een traject uit met dezelfde bevlogenheid waarmee je het bent opgestart en laat je niet afleiden door incidenten. “Love is at the end of the road.”
Toets! Special #5, Werken aan de basisvaardigheden - vraag hem aan!
Het interview met Iliass El Hadioui is ook te lezen in Toets! Special #5 met als thema ‘Werken aan de basisvaardigheden’. Vraag deze special aan en ontvang hem gratis in je brievenbus of inbox.
