Menu
TOA mbo header mobiel

Spellingscontrole: wel of niet toestaan bij toetsen en examens?

Voor alle studenten?

Sinds 27 september 2019 biedt TOA Toetsplatform een nieuwe functionaliteit: spellingscontrole voor alle talen, voor zowel toetsen als examens. We komen hiermee tegemoet aan de aanbeveling vanuit de MBO Raad om studenten met dyslexie gebruik te laten maken van spellingscontrole bij instellingsexamens Nederlands en Engels. De vraag is of deze ondersteuning alleen beschikbaar moet zijn voor studenten met een dyslexieverklaring of dat ook andere studenten hier aanspraak op kunnen maken.

Je kunt dit advies ook in zijn geheel downloaden: Advies bij spellingscontrole in TOA Toetsplatform.

Terug naar de basis: Wat willen we ook alweer meten?
Eén van de onderdelen van het Instellingsexamen Nederlands is schrijven (inclusief taalverzorging). We beoordelen deze deelvaardigheid op basis van de taaltechnische aspecten uit het betreffende referentiekader. Het is dus de bedoeling dat studenten ook beoordeeld worden op spelling en grammatica, uiteraard passend bij de norm 1F, 2F of 3F. Ook voor de moderne vreemde talen geldt dat spelling onderdeel is van de norm.

Gebruik van hulpmiddelen
Om een geldige niveau-uitspraak te kunnen doen, moet een student laten zien dat hij het getoetste niveau beheerst op alle deelaspecten die in het referentiekader worden genoemd. Hierbij is het belangrijk dat iedereen een gelijke kans krijgt om zijn of haar vaardigheid aan te tonen. Een student heeft recht op het gebruik van hulpmiddelen en ondersteuning, als dat nodig is. Zet je die ondersteuning goed in, dan zou de betreffende student zijn of haar beperking of achterstand (denk aan anderstaligen) voldoende moeten kunnen compenseren. In de Onderwijs- en Examenregeling dienen hier beleidsafspraken over te zijn opgenomen.

Zorgvuldige afweging
Het is aan de examencommissie om te beslissen welke hulpmiddelen een student met een extra ondersteuningsvraag krijgt toegewezen. Aanpassingen in de examinering mogen echter geen afbreuk doen aan de exameneisen en -norm. Het toestaan van spellingscontrole bij schrijfexamens vraagt om een zorgvuldige afweging. Spellingscontrole helpt immers bij het geven van het ‘juiste antwoord’ en verandert daarmee de regels van het spel.

Kun je dit verantwoorden?
Er ligt een grote verantwoordelijkheid bij de scholen om hier een duidelijk en vooral eerlijk beleid op te maken. Met als uitgangspunt dat de lat voor iedereen even hoog ligt en alle studenten eerlijk worden behandeld, zodat ook de waarde van elk diploma gelijk is. Dit adviesdocument belicht verschillende overwegingen en kan dienen als aanleiding om de discussie op school te voeren over het wel of niet toestaan van de spellingscontrole bij toetsen en examens.

Wet- en regelgeving

Over het gebruik van spellingscontrole in het onderwijs is de regelgeving niet eenduidig. De regels in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, mbo en hbo verschillen van elkaar. Binnen het mbo bestaan er handreikingen, servicedocumenten en adviezen, maar gelden er geen duidelijke voorschriften. De MBO Raad doet de aanbeveling om studenten met dyslexie gebruik te laten maken van spellingscontrole bij instellingsexamens Nederlands en Engels. Dat kan worden gezien als richtlijn, maar scholen blijven zelf verantwoordelijk voor het al dan niet toestaan van de spellingscontrole en voor de verantwoording daarvan.

Inhoudelijke overwegingen

De toetsen en examens die Bureau ICE in TOA Toetsplatform heeft opgenomen, meten het Referentiekader taal en rekenen voor Nederlands en Taalprofielen 2015 voor de moderne vreemde talen. In deze kaders is voor alle vaardigheidsniveaus beschreven welke spellingsvaardigheden vereist zijn. Deze vereiste niveaus zie je terug in de beoordelingsmodellen die gekoppeld zijn aan onze schrijftoetsen. Dus: onze toetsen beoordelen een student op het spellingsvaardigheidsniveau zoals dat omschreven staat in het desbetreffende kader.

Onjuiste beoordeling
Als een student tijdens een examen zijn of haar spelling kan controleren met behulp van de spellingscontrole, dan is niet meer zuiver te meten wat de schrijfvaardigheid daadwerkelijk is. Met de spellingscontrole grijp je namelijk direct in op één van de beoordelingsaspecten: spelling, interpunctie en grammatica (bij Nederlands) en spelling, interpunctie en lay-out (bij moderne vreemde talen). Een student kan dan na het examen uitkomen op bijvoorbeeld vaardigheidsniveau 2F, maar de beoordeling is in feite niet meer representatief voor het daadwerkelijke vaardigheidsniveau van de kandidaat. Het gebruik van spellingscontrole is meer dan een hulpmiddel. Het is als het ware een springplank waarmee een student makkelijker over de gestelde norm springt. Dit maakt dat het niet eerlijk lijkt om spellingscontrole beschikbaar te maken voor één specifieke doelgroep. Als je de spelregels voor iedereen gelijk wil houden, zou spellingscontrole ook voor iedereen beschikbaar moeten zijn.

Didactische overwegingen

Je zou ook kunnen zeggen dat de meeste studenten tegenwoordig digitaal schrijven in Word, mobiele telefoons of e-mailprogramma’s waar al een spellingscontrole aan gekoppeld is. Het zou dus heel realistisch zijn om spellingscontrole toe te staan. In dat geval is het belangrijk dat alle studenten de spellingscontrole goed leren gebruiken. Op zo’n manier dat ze suggesties voor spellingswijzen goed kunnen interpreteren, niet alles klakkeloos overnemen en nog steeds zelf ook hun spelfouten kunnen ontdekken in een tekst.

Invloed op spellingonderwijs
Als studenten op een andere manier worden beoordeeld op spelling, of ze nu een dyslexieverklaring hebben of niet, zal dat zijn weerslag hebben op het spellingonderwijs in Nederland. De kans is aanwezig dat studenten minder aandacht gaan krijgen voor spelling. De vorm, de inhoud, de wijze van afname en de beoordeling van toetsen beïnvloeden de manier waarop docenten hun studenten onderwijzen en op de manier waarop studenten zich voorbereiden op de toets. Het is belangrijk dat scholen en verantwoordelijke instanties zich bewust zijn van dit effect. Bij beslissingen over de inzet van ondersteuning bij toetsen en examens moet je ook aandacht hebben voor het traject voorafgaand aan de toets. Toetsen is namelijk nooit een doel op zich. Het gaat er uiteindelijk om hoe leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Geheugensteuntje
De spellingscontrole kan dienen als gemakkelijk geheugensteuntje wanneer je twijfelt over de schrijfwijze van een bepaald woord. Maar spellingscontrole rekent ook woorden goed die feitelijk in de context onjuist zijn. Neem bijvoorbeeld: ‘is bekend’ en ‘is bekent’. In beide gevallen zal de spellingscontrole het woord accepteren als een correct geschreven Nederlands woord, maar in de context is de tweede schrijfwijze fout. Ook herkent een spellingscontrole sommige samengestelde woorden niet. Sta je spellingscontrole toe, dan is het op een goede manier gebruiken van spellingscorrectie een vaardigheid die in het taalonderwijs meer aandacht zou moeten krijgen.

Conclusie

Is het nu wel of geen goede ontwikkeling om studenten met dyslexie gebruik te laten maken van spellingscontrole bij instellingsexamens Nederlands en Engels? Dyslexie is niet simpel door remediëren ‘op te lossen’. Spellingscontrole kan een goede en essentiële ondersteuning bieden voor studenten met dyslexie. Maar helpen we deze studenten er daadwerkelijk mee als we een spellingscontrole toevoegen aan het examenproduct, en daarmee in feite de examens veranderen? Een nogal ingrijpende maatregel – voor alle studenten.

Te veel voordeel
Binnen het voortgezet onderwijs krijgen leerlingen met dyslexie alleen tijdverlenging (wettelijk kader); de examens blijven hetzelfde. Andere maatregelen, zoals toetsen op A3 en op geel papier, of in een ander lettertype, zijn daar teruggedraaid. Mede omdat men heeft vastgesteld dat leerlingen met dyslexie te veel voordeel bij aanvullende maatregelen kregen. Daar komt nog bij dat een dyslexieverklaring soms ten onrechte verkregen wordt. Dit betekent dat studenten die niet écht dyslexie hebben, maar misschien ‘gewoon’ een taal- of leerachterstand hebben, gebruik kunnen maken van een hulpmiddel dat niet voor hen bedoeld is.

Springplank
Met het toestaan van spellingscontrole bij de examens Nederlands en Engels geef je studenten in onze ogen een springplank waarmee ze makkelijker de spellingsnorm kunnen halen. Iedere student moet op een eerlijke en vooral gelijke manier zijn diploma kunnen behalen. De verantwoordelijkheid om hier goed beleid voor te maken ligt in de eerste plaats bij de school.

Als Bureau ICE adviseren we om spellingscontrole zeer terughoudend in te zetten. Stel je het als hulpmiddel beschikbaar, zorg er dan voor dat je het goed verantwoordt en borgt in je examenbeleid.

Vragen?
Heb je nog vragen of wil je meer weten over de spellingscontrole in TOA Toetsplatform? Stuur dan een e-mail naar: toa@bureau-ice.nl of bel 088 – 556 98 00.

Je kunt dit advies ook in zijn geheel downloaden: Advies bij spellingscontrole in TOA Toetsplatform.