Spellingscontrole in TOA: wel of niet toestaan? En waarom dan (niet)?

Sinds eind 2019 is het in TOA mogelijk om spellingscontrole toe te staan bij toetsen en examens. Maar veel scholen vragen zich nog steeds af of ze dit wel of niet moeten doen. En zo ja: alleen voor studenten met dyslexie (of een andere functiebeperking)? Of voor iedereen? Bij Landstede MBO hebben ze de knoop inmiddels doorgehakt. Femmy Eerden-Koops, algemeen voorzitter van de examencommissies, licht het besluit toe.

 

Wel of geen spellingscontrole toestaan tijdens examens in TOA? Veel scholen worstelen ermee. Welk besluit heeft Landstede uiteindelijk genomen?

“Het advies dat wij bij de centrale examencommissie hebben neergelegd, dat is goedgekeurd door de commissie en ook is opgenomen in ons handboek examinering, is om spellingscontrole vanaf het schooljaar 2020-2021 als hulpmiddel toe te staan bij de examens Nederlands schrijven en Engels schrijven. Voor alle studenten van alle cohorten op alle opleidings- en taalniveaus. Ongeacht iemand wel of geen dyslexie heeft.”

 

Spellingscontrole toestaan voor alle studenten. Hoe is dat besluit tot stand gekomen?

“In eerste instantie hebben we twee documenten als uitgangspunt genomen om het dilemma te schetsen. Het standpunt van de MBO Raad, die adviseert om spellingscontrole bij dyslexie toe te staan met verwijzing naar de wet gelijke behandeling die passend examineren mogelijk maakt. En een adviesdocument waarin Bureau ICE de nadruk legt op terughoudendheid omtrent spellingscontrole en een gelijkwaardige behandeling van studenten.”

“Beide documenten hebben we gedeeld met de taalcoördinatoren van alle eenheden binnen Landstede, met het verzoek om in alle openheid te luisteren naar de verschillende meningen die hierover leven. Onder taaldocenten, onder niet-taaldocenten, onder studenten. En met de vraag om daarbij drie opties voor te leggen. Eén: spellingscontrole voor niemand. Twee: spellingscontrole alleen als hulpmiddel voor studenten met dyslexie. En drie: spellingscontrole voor iedereen.”

 

Wat kwam daaruit naar voren?

“Dat de meningen enorm verdeeld waren, maar uiteindelijk een lichte voorkeur voor het toestaan van spellingscontrole voor iedereen. Als je merkt dat het zo samsam is en dat voor elk standpunt iets te zeggen valt, dan moet je op een gegeven moment een keuze maken. En ga je wegen welke argumenten je vindt dat de doorslag moeten geven.”

 

Welke argumenten gaven bij jullie de doorslag?

“Wij hebben gelijkwaardigheid en kansengelijkheid bovenaan gezet. Dat past bij de visie van Landstede. Als we dit voor studenten met dyslexie goed vinden, dan moeten ook anderen er baat bij kunnen hebben, anders kom je op een hellend vlak; de spelregels moeten voor iedereen hetzelfde zijn. Wat ook heeft meegespeeld is dat het effect van spellingscontrole op het eindcijfer waarschijnlijk klein is, terwijl het effect op studenten groot kan zijn.”

 

“Spellingscontrole is een hulpmiddel dat in alle aspecten van het professionele en persoonlijke leven algemeen wordt geaccepteerd en ingezet. Waarom zou je het overal toestaan, behalve bij een examen?”

 

Een klein effect op het eindcijfer en een groot effect op studenten; in welk opzicht?

“Spelling is maar één van de drie onderdelen binnen één van de zes beoordelingscriteria. Voor één van de vijf vaardigheden die we toetsen. En dan moeten studenten nog steeds weten wat de spellingscontrole er wel en niet uit haalt. Typfouten vaak wel, maar fouten in werkwoordsvormen bijvoorbeeld niet. In het onderwijs moet je dus wel aandacht besteden aan hoe de spellingscontrole werkt, bijvoorbeeld met betrekking tot de werkwoordspelling en het los of aan elkaar schrijven van woorden.”

“Bovendien is spellingscontrole een hulpmiddel dat in alle aspecten van het persoonlijke en professionele leven algemeen wordt geaccepteerd en ingezet. Waarom zou je het overal toestaan, behalve bij een examen? Alleen al de wetenschap dat spellingscontrole aan staat, kan studenten helpen met minder stress aan een examen te beginnen.”

 

Je zei dat de meningen over spellingscontrole verdeeld waren. Dat zal op andere scholen niet anders zijn. Hoe ga je daarmee om als je het invoert?

“Accepteren dat sommige mensen het er niet mee eens zijn. Maar ik wil het besluit wel goed kunnen uitleggen. Als mensen begrijpen waarop keuzes gebaseerd zijn, krijg je begrip. Ook al is niet iedereen het ermee eens. Je krijgt nu eenmaal niet altijd iedereen mee, maar je moet besluiten wel nemen op de juiste gronden.”

“We hebben het proces ook in duidelijke stappen doorlopen. Eerst navraag gedaan in de organisatie. Toen een onderbouwd advies voorgelegd aan de centrale examencommissie, die er unaniem achter stond. En vervolgens opgenomen als een van de belangrijkste wijzigingen in het handboek examinering, dat formeel wordt vastgesteld door het College van Bestuur.”

 

Nog een laatste tip of advies?

“Stel de vraag hoe groot en belangrijk je de inzet van een hulpmiddel als spellingscontrole moet maken. Zet spelling eens af tegen andere taalaspecten als woordenschat en zinsbouw en het belang van taal als communicatiemiddel voor de doelgroep van het mbo.”

“Kijk ook bewust naar de context van het beroep in relatie tot een goede taalvaardigheid. Voor bepaalde groepen zal spelling onverminderd belangrijk zijn in het onderwijs, bijvoorbeeld bij doorstroom naar de pabo.”


Meer weten?

Lees hier verder over TOA Toetsplatform. Op de hoogte blijven? Meld je aan voor de TOA-nieuwsbrief voor het mbo.

Plaats een reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *