Een rugzak vol levensvaardigheden

Samen werken aan ‘zachte’ doelen

Vanuit de lesmethoden focussen we vooral op het aanleren van kennisvaardigheden, terwijl levensvaardigheden minstens zo belangrijk zijn. Hoe zorgen we ervoor dat kinderen hun rugzak ook hiermee vullen? Kunnen we levensvaardigheden eigenlijk ook aanleren volgens een curriculum?

Sam draait onrustig heen en weer op zijn stoel. Hij zucht een paar keer en kijkt peinzend in zijn boek. Je ziet het gebeuren. Hij verliest zich helemaal in de rekensom. Hij weet niet meer hoe hij die op moet lossen. Gelukkig kijkt hij op en hij besluit Janna om hulp te vragen. Zij helpt hem op weg en hij kan weer door. Sam had ook een kind kunnen zijn dat niet om hulp vraagt. Dan was hij misschien in paniek geraakt, zodat helder denken echt niet meer lukte. Zijn vaardigheid om hulp te vragen aan een klasgenoot, hielp hem bij het ontwikkelen van zijn rekenvaardigheid.

We horen het vaker: leuk die taal- en rekenvaardigheid, maar is het niet veel belangrijker om sociaal vaardig te zijn in onze huidige maatschappij? Bereiden we de kinderen eigenlijk wel goed voor op de toekomst? We hebben vaak geen banen meer voor het leven en als we toch hetzelfde blijven doen, dan verandert er in ons werk ontzettend veel. Onze maatschappij vraagt om nieuwe en andere vaardigheden. Sterker nog, de kans is groot dat de kinderen die nu op de basisschool zitten straks werk hebben, waarvan we nu nog niet weten dat het er komt of ze hebben juist heel andere vaardigheden nodig dan we ze nu leren.

Basiscompetenties van de toekomst

  1. Klantgericht
  2. Samenwerkend
  3. Zelfredzaam
  4. Analytisch
  5. Gedreven
  6. Creatief

Hier en nu in de klas

 

Met het monitoren van de kinderen bij vakken waarin kennis een grote rol speelt, zoals taal, rekenen en de zaakvakken, zit het op de meeste scholen wel snor. De methodes en curriculumbeschrijvingen zijn bekend en dekken alle onderwerpen die aan bod moeten komen en natuurlijk kijkt iedere leerkracht verder dan de ‘standaard’ kennisvaardigheden. En dat is een groot goed, zeker met het oog op de toekomst. De kinderen ontwikkelen zich niet alleen cognitief, maar leren een complete set aan vaardigheden.

 

Kinderen volgen op hun sociale en emotionele vaardigheden

Als leerkracht heb je oog voor de sociale en emotionele vaardigheden van de kinderen in je groep, dat doe je iedere dag automatisch. Maar zou het niet mooi zijn om de kinderen ook op dit gebied te volgen? Om continu te werken aan de persoonlijke ontwikkeling, net zoals je dat bij taal en rekenen doet. Als een kind moeite heeft met grammatica, dan pas je je onderwijs daarop aan, maar dat kan natuurlijk ook bij de sociaal-emotionele ontwikkeling. Vindt een kind het bijvoorbeeld lastig om nieuwe dingen uit te proberen? Dan pas je daar ook je onderwijs op aan en help je het kind. Belangrijker nog: het versterkt elkaar. Inzicht in deze zachtere vaardigheden geven je inzicht in het leerproces. Waarom handelt een kind zoals hij handelt bij taal en rekenen? Kijk maar naar Sam. Hij heeft geleerd dat hij om hulp kan vragen. Hij krijgt een tip van een klasgenoot en hij kan verder met zijn som. Had Sam dit niet gedaan, dan had je daar met hem aan kunnen werken.

 

Maar hoe doe je dat dan?

De meeste scholen monitoren de taal- en rekenontwikkeling van de kinderen via een leerlingvolgsysteem van Cito, Boom, Iep of Dia. Je kunt de kinderen vanaf groep 3 ook structureel volgen op levensvaardigheden zoals sociaal-emotionele ontwikkeling en leeraanpak. Dan krijg je een compleet beeld van een kind en kun je samen ook werken aan deze ‘zachtere’ vaardigheden.

Scholen pakken dit op verschillende manieren aan, maar vaak gebruiken ze vragenlijsten die leerkrachten, kinderen en ouders invullen. De antwoorden van de kinderen en van de ouders geven je als leerkracht waardevolle informatie die je uiteraard kunt aanvullen met jouw eigen beeld van het kind.

 

Betrokken kinderen en ouders – tips voor uitleg

Ga je gericht aan de slag met het monitoren van de sociaal-emotionele ontwikkeling en de leeraanpak van de kinderen, dan is het belangrijk dat je duidelijk maakt wat het onderliggende doel is. Bespreek het op de volgende manier met de kinderen.

Zelfmanagement: wat is dat?

Zelfmanagement gaat over hoe goed jij jezelf kent. Hoeveel weet jij over jezelf? Weet jij bijvoorbeeld al waar je goed in bent en wat je misschien nog een beetje moeilijk vindt? Kun je anderen goed vertellen hoe je je voelt? Zelfmanagement gaat ook over zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen. Vind je het bijvoorbeeld leuk om nieuwe, moeilijke dingen te proberen of doe je dat liever niet? En als je zoiets nieuws of moeilijks probeert, heb je dan vertrouwen in jezelf of denk je dan: dat gaat toch niet lukken?

Sociale vaardigheden

Sociale vaardigheden gaan over hoe goed je kunt overleggen en samenwerken met je klasgenoten. Ze gaan ook over vrienden maken en houden. Vind je het makkelijk om nieuwe vrienden te maken of vind je dit soms best lastig? En wat gebeurt er als je ruzie hebt met een klasgenoot? Los je dit zelf op of vraag je liever hulp aan de juf of meester? Of help je misschien andere kinderen uit de klas met het oplossen van conflicten? Kun je goed voor jezelf opkomen als iemand iets doet wat je niet zo leuk vindt?

 

Een compleet kindbeeld

Meet je ook de ‘zachte doelen’ jaarlijks, dan kun je continu samen bepalen wat de volgende ontwikkelstap is. Bovendien betrek je het kind bij zijn persoonlijke ontwikkeling en krijgen jullie samen volledig inzicht in zijn profiel. Zo werk je aan een compleet kindbeeld en vul je de rugzak van het kind met cognitieve én levensvaardigheden.

 

Zo doet het IEP leerlingvolgsysteem het bijvoorbeeld

In het IEP leerlingvolgsysteem zitten ‘self-assessment instrumenten’ voor sociaal-emotionele ontwikkeling, leeraanpak en creatief vermogen. Kinderen vullen deze vragenlijsten zelf in. Ze bekijken herkenbare en alledaagse situaties en kiezen hoe ze zouden reageren. Het resultaat verschijnt in een spindiagram. Dat weerspiegelt het beeld dat het kind van zichzelf heeft en biedt handvatten voor de leerkracht om samen met het kind de vervolgstap te bedenken.

 

TIP!

Meet je de zachte doelen structureel via het IEP of een ander leerlingvolgsysteem, bespreek de resultaten dan niet alleen individueel, maar ook (anoniem) in de groep. Op die manier bespreek je ontwikkeldoelen met de groep, zodat de kinderen eraan gewend raken om na te denken over gedrag en het automatiseren. Zie je bijvoorbeeld dat samenwerken voor veel kinderen lastig is, oefen dat dan in spelvorm.

Wil je meer weten over het IEP Leerlingvolgsysteem? Lees dan op de pagina over het IEP LVS verder. Of neem contact met ons op via dit formulier.

Dit artikel verscheen eerder in Praxis Bulletin, editie december 2019.

Plaats een reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *