Gerdineke van Silfhout (SLO) over de nieuwe examenprogramma’s


"Meer balans tussen het reproduceren van kennis en het toepassen ervan"
Als programmamanager bij expertisecentrum SLO is Gerdineke van Silfhout verantwoordelijk voor het actualiseren van de examenprogramma’s voor de avo-vakken in bovenbouw vmbo, havo en vwo. Inmiddels zijn er ruim negentig in concept opgeleverd, waaronder die voor Nederlands, wiskunde en maatschappijleer. Ze geeft een inkijkje in de veranderingen die we kunnen verwachten en welke inzichten en ontwikkelingen daaraan ten grondslag liggen.
Welke leergebieden en vakken wanneer worden vernieuwd, wordt zowel politiek als inhoudelijk bepaald, vertelt Gerdineke. “We actualiseren op dit moment alle kerndoelen voor po en onderbouw vo en een groot deel van de avo-vakken in bovenbouw vo. In 2020 is een aantal vakken politiek geprioriteerd: Nederlands, wiskunde en – in verband met burgerschap – maatschappijleer. Maar bijvoorbeeld ook de bèta-vakken op het vmbo, vanwege een motie over het versterken van het bèta-onderwijs.”
“Tegelijkertijd is het erg belangrijk dat vakken die nauw met elkaar samenhangen, ook in samenhang worden herzien, bijvoorbeeld Nederlands, Fries én de moderne vreemde talen. Daarnaast moest een aantal vakken inhoudelijk vernieuwd worden. Bij Nederlands zat de component van het lezen, schrijven en informatie verwerken in de digitale wereld er bijvoorbeeld nog niet of nauwelijks in. En bij scheikunde gaat het nog over zure regen.”
Waar staan jullie nu in het traject?
“Inmiddels zijn 96 examenprogramma’s in concept opgeleverd. Voor de andere vakken – bewegen en sport, kunst en cultuur, mens en maatschappij – zijn in september vakvernieuwingscommissies gestart. Die krijgen nu ook twee jaar de tijd om de programma’s waar nodig te herzien.”
“Met maximaal 150 scholen gaan we komend schooljaar een deel van de opgeleverde conceptprogramma’s voor de bovenbouw beproeven (klik op de afbeelding hieronder om deze te vergroten en het proces te bekijken). Dat doen we met leraren, leerlingen en schoolleiders, waarbij we ons richten op de bruikbaarheid én uitvoerbaarheid in de klas en in de school. Met de feedback die we ophalen, stellen we de programma’s bij en leveren we ze als definitieve conceptexamenprogramma’s op aan het ministerie. En daarna hebben scholen, de leermiddelenmarkt en toetsontwikkelaars nog wel twee jaar nodig om zich de nieuwe inhoud eigen te maken. Dus als alles goed gaat, verwachten we dat bovenbouwleerlingen in schooljaar 2028/2029 met de eerste nieuwe examenprogramma’s zullen werken. Twee jaar later, of drie voor het vwo, zal het eerste cohort leerlingen er voor het eerst examen in doen.”
“Voor de kerndoelen in de onderbouw geldt een ander tijdspad. Voor Nederlands en rekenen-wiskunde zijn de definitieve conceptkerndoelen al aan het ministerie gestuurd en wordt op dit moment het wetgevingstraject gestart; het is de verwachting dat scholen in 2026 met de nieuwe kerndoelen gaan werken.”
Kun je al aangeven wat er zoal verandert in de kerndoelen en examenprogramma’s? En dan met name op het gebied van basisvaardigheden?
“Bij Nederlands is expliciet een doel opgenomen over het creatief omgaan met taal. Het verwoorden van gedachten, ervaringen en gevoelens. Met de sterke focus op functionele taalvaardigheden is dit aspect wat verloren gegaan in de afgelopen decennia. Terwijl creatief schrijven juist bijdraagt aan de versterking van de taalvaardigheid. Bij onderzoeken naar wat leerlingen motiverend vinden bij het vak Nederlands, springt creatief schrijven er ook altijd uit. Dus ik durf wel te zeggen dat veel docenten hier warm voor zullen lopen.”
“We hebben het bewust als een zogenaamd ervaringsdoel geformuleerd, dus niet met een harde beheersingsnorm eraan. Een van de dingen die we uitzoeken tijdens het beproeven, is hoe scholen omgaan met zulke ervaringsdoelen. Hoe werkt dat in een kwalificerende bovenbouw, waar je examineert en afsluit? Hoe voorkom je dat het verwordt tot afvinken, zoals wordt ervaren bij het maken van verplichte boekverslagen?”
“Ook de integratie van taalvaardigheden is een belangrijke vernieuwing. Er is veel en terechte kritiek op het verkavelde curriculum en de huidige toetsvormen. Het afpellen van lezen in allemaal losse eenheden: technisch lezen, begrijpend lezen enzovoort. En dat je dat dan weer verder uitsplitst in letterlijk lezen, interpreterend lezen, evaluerend lezen. Heb je het nog wel over diep tekstbegrip als we alles op die manier ontrafelen? We zijn het samenhangende karakter van taalontwikkeling een beetje kwijtgeraakt. In de nieuwe kerndoelen en examenprogramma’s is daarin meer samenhang aangebracht. Onder andere door de bedoeling te expliciteren, bijvoorbeeld gesprekken voeren om te leren en lezen en luisteren met diep begrip. Vervolgens hebben we in de kerndoelen en eindtermen zelf de verbindingen ook geëxpliciteerd, bijvoorbeeld door in het doel over doelgericht spreken en schrijven ook het in eigen woorden verwerken van informatie uit verschillende bronnen op te nemen.”
“Voor toetsing geldt hetzelfde. Nu worden taaltaken als lezen, taalverzorging, schrijven en kijken-luisteren nog vaak los van elkaar getoetst. Terwijl deze taalaspecten in de werkelijkheid allemaal door elkaar heen lopen. In het laatste vwo-examen Nederlands zie je al heel mooi dat leerlingen informatie uit verschillende teksten moeten vergelijken en interpreteren om de vragen te kunnen beantwoorden. Maar we zijn er nog niet. Het examen is bijvoorbeeld nog steeds een handgeschreven examen. Wil je het echt valide doen, dan zou je in een digitale omgeving een mix van bronnen moeten kunnen aanbieden waar leerlingen doelgericht mee aan de slag gaan. En dan is de vraag: kan de examenketen dat aan? Kunnen scholen dat aan? Kun je het beveiligd en wel afnemen met betrouwbare computersystemen? Daar is komende jaren nog meer onderzoek voor nodig.”
En wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid? Kun je daar iets over zeggen?
“Bij wiskunde zit de vernieuwing in de bovenbouw bijvoorbeeld in het leren omgaan met grote hoeveelheden data. Bovendien speelt daar het probleem met de verplichte grafische rekenmachines. Daar zijn ook Kamervragen over gesteld; in het kader van kansengelijkheid en de kosten waar je ouders elk jaar mee opzadelt. Dus ook bij wiskunde is er een enorme behoefte om digitaal te examineren. Inhoudelijk vanwege het werken met grote datasets. Maar dus ook als alternatief voor die grafische rekenmachine.”
“De kerndoelen voor burgerschap in po en onderbouw vo zijn, net als die voor digitale geletterdheid, uitdrukkelijk niet bedoeld om als aparte vakken te onderwijzen, maar om door je hele onderwijs heen vorm te geven. Bij mens en maatschappij, bij Nederlands, bij wiskunde enzovoort. Een van de nieuwe onderwerpen in het wiskundecurriculum is ‘omgaan met kwantitatieve informatie en framing door getallen’. Daarmee heb je al een burgerschapsthema te pakken dat zich uitermate goed leent om in samenhang te behandelen.”

“In de programma’s maatschappijleer in de bovenbouw vo heeft het handelen van leerlingen een expliciete plek gekregen. Op de huidige programma’s krijgen we nog wel eens de kritiek dat ze erg gericht zijn op het reproduceren van kennis over bijvoorbeeld de kenmerken van een democratie. Dat is zeker niet verdwenen, maar er is meer aandacht voor handelen, in verschillende domeinen. Politiek handelen: hoe kun jij een stem krijgen of hebben in ons politieke bestel? Sociaal handelen. En tot slot rechtvaardig handelen. Dat is een spannend domein, vanwege de dilemma’s die het oplevert. Je hebt als mens te maken met verschillende perspectieven, verschillende belangen, verschillende informatiestromen. Hoe maak je keuzes daarin en op grond waarvan?”
“Dat is spannende inhoud, die je niet plat wilt slaan met meerkeuzevragen. We willen dat leerlingen dingen kunnen uitproberen, fouten kunnen maken en die kunnen bespreken in een veilige omgeving binnen en buiten school. Dat werpt wel de vraag op hoe je dit afsluit in de bovenbouw. Hoe geef je de beoordeling dan vorm? Je wilt wegblijven bij de vraag of een kind rechtvaardig handelt of niet, maar wel zichtbaar maken dat iemand hier met andere leerlingen mee aan de slag is geweest. Dat ze bepaalde ervaringen hebben opgedaan, bepaalde vraagstukken hebben geadresseerd en daarop hebben gereflecteerd.”
“In de programma’s maatschappijleer in de bovenbouw vo heeft het handelen van leerlingen een expliciete plek gekregen.“
“In het algemeen zie je dat er meer balans is tussen het reproduceren van kennis en het toepassen ervan in relevante contexten. En handelen gaat daarin nog een stap verder. Dat is wel een verschuiving in de programma’s. Dat we naast de kwalificerende elementen ook socialiserende en persoonsvormende elementen een plek hebben proberen te geven.”
“In plaats van alleen reproductietoetsen wil je toe naar ook handelingsgerichte taken. Maar hoe beoordeel je dat dan? Dat is iets dat we goed moeten uitzoeken. Want je wilt dat de manier van toetsen en examineren een positief terugslageffect heeft op je onderwijs: geen verarmde oefeningen maar een breed en rijk aanbod aan leerstof en taken. In de huidige praktijk zien we op sommige aspecten, en dan haal ik weer het voorbeeld aan van de manier waarop leesvaardigheid wordt getoetst, dat toetsing ook een negatief terugslageffect kan hebben, waarbij leerlingen leren om (meerkeuze)vragen te maken bij teksten vanaf onderbouw po. Dat willen we de komende jaren goed onderzoeken.”
Kunnen docenten en schoolleiders zich al voorbereiden op de komst van de nieuwe examenprogramma’s en kerndoelen?
“Op www.actualisatie-examenprogrammas.nl en www.actualisatiekerndoelen.nl kunnen docenten zich aanmelden voor nieuwsupdates. Dan krijg je automatisch bericht zodra er nieuwe ontwikkelingen zijn.”
“We publiceren de conceptversies van alle kerndoelen en examenprogramma’s. Dat doen we bewust, omdat scholen misschien al met nieuw taal- en rekenbeleid bezig zijn, aan de slag zijn met burgerschap, digitale geletterdheid of met het actualiseren van hun toetsbeleid. In dat geval kun je in de nieuwe kerndoelen en programma’s mooie aanknopingspunten vinden.”
“Bij de geactualiseerde kerndoelen en examenprogramma’s leveren we ook een toelichtingsdocument op. Omdat wij daarin ook al onze keuzes verantwoorden zijn dat lijvige documenten. Dus ik zou zeggen: ga dat niet van A tot Z lezen, maar zoek wat je nodig hebt én gebruik de bijlage. Daarin zit een korter overzicht van wat er nieuw is ten opzichte van het huidige programma. Supermooi om als plaatpraat te gebruiken, om met je vaksectie het gesprek aan te gaan. Welke nieuwe dingen zien we en hoe verhoudt zich dat tot onze vakplannen en ons PTA?”
Een laatste tip: “Houd het klein. Kijk welke dingen je nu al doet en welke dingen je het komend schooljaar al aan het curriculum kunt toevoegen, of juist weglaten. Zodat je al kleine stapjes richting dat nieuwe curriculum zet. Want de concepten die wij publiceren, zijn nog geen wetgeving. Het duurt nog wel een paar jaar, zeker in de bovenbouw met die hele examenketen. Maar je weet wel wat eraan staat te komen.”
Tips voor docenten en schoolleiders
Ter voorbereiding op de nieuwe examenprogramma’s en kerndoelen
1. Meld je aan voor updates
Op www.actualisatie-examenprogrammas.nl en www.actualisatiekerndoelen.nl
2. Bezig met nieuw (toets)beleid?
Zoek in de conceptversies van de kerndoelen en examenprogramma’s vast naar aanknopingspunten voor je eigen beleid.
3. Gebruik de bijlage van de toelichtingsdocumenten om te zien wat er nieuw is
Handig als praatplaat voor overleg met de vaksectie.
4. Houd het klein
Zet kleine stapjes richting het nieuwe curriculum. Het duurt nog een paar jaar, dus elk jaar een stapje verder.

Toets! Special #5, Werken aan de basisvaardigheden - vraag hem aan!
Een verkorte versie van het interview met Gerdineke van Silfhout is gepubliceerd in Toets! Special #5 met als thema ‘Werken aan de basisvaardigheden’. Vraag deze special aan en ontvang hem gratis in je brievenbus of inbox.
