Nieuw toetsbeleid bij Graaf Engelbrecht in Breda
‘Uitdaging om cyclisch te werken aan onderwijskwaliteit en toetskwaliteit’
Bij Graaf Engelbrecht in Breda is toetsing een actueel thema. De ontwikkeling van het toetsbeleid staat hoog op de agenda. Rector Ruben Koeweiden vertelt welke vraagstukken er spelen en hoe ze het traject aanpakken.
“Vorig jaar hebben we eerst een toetsvisie opgesteld”, begint Ruben. “Uiteindelijk moet die toetsvisie leiden tot toetsbeleid, maar zo ver zijn we nog niet. We hebben een groep enthousiaste docenten, onder wie de examensecretarissen, die nu actief nadenken over allerlei onderwerpen die met toetsing te maken hebben. Want er spelen meerdere vraagstukken.”
Welke vraagstukken spelen er zoal?
“Formatief handelen versus summatief toetsen. Toetskwaliteit: hoe zorg je ervoor dat toetsen voorspellende waarde hebben, dat je kunt determineren met de gegevens die je hebt? Toetsdruk bij leerlingen, die klagen over de hoeveelheid toetsen. En toetsing is natuurlijk ook werkdrukgerelateerd. Al dat nakijkwerk gaat ten koste van de tijd die docenten in het voorbereiden van goede lessen kunnen steken. Uiteindelijk roepen dat soort dingen allemaal de vraag op: waarom toets je eigenlijk? Dus ja, het onderwerp heeft absoluut onze aandacht.”
“Het is trouwens niet zo dat we nu geen toetsbeleid hebben. We hanteren richtlijnen op basis waarvan de secties hun PTA samenstellen. En het PTD, het programma van toetsing waarmee we in de onderbouw werken. Dat zijn best wel strakke kaders, dus in die zin hebben we wel degelijk een beleid. Maar nog geen ‘rijk’ beleid dat gekoppeld is aan de uitgangspunten van onze onderwijskundige visie. Ik denk dat onze toetsvisie daar wel een mooie aanzet voor geeft.”
“Als je een goed cijfer krijgt, doet dat iets met je motivatie. Maar daar zit ook een keerzijde aan. Namelijk de vraag ‘is het voor een cijfer?’“
Je stelde de vraag net zelf: waarom toets je eigenlijk? Hebben jullie die vraag al beantwoord?
“Als je nadenkt over het waarom van toetsing, kun je een onderscheid maken tussen formatief handelen en summatief toetsen. Formatief handelen doen we op de eerste plaats om het leerproces van leerlingen zichtbaar te maken. Het tweede doel is leerlingen daadwerkelijk verder helpen in hun leerproces, met goede feedback. En het derde doel is succeservaringen meegeven; dat je leerlingen zelfvertrouwen geeft, motiveert en aan het leren krijgt door ze inzicht te geven in hun eigen handelen.”
“Summatief toetsen doen we met andere doelstellingen. De eerste heeft ook met motivatie te maken. Als je een goed cijfer krijgt, doet dat iets met je motivatie. Maar daar zit ook een keerzijde aan. Namelijk de vraag ‘is het voor een cijfer?’ Als dat niet het geval is, dan is de motivatie om aan de slag te gaan met een opdracht soms ver te zoeken. Een tweede reden waarom wij summatief toetsen is om te determineren. Wij hebben dakpanklassen in de brugklas en op een gegeven moment wil je weten of iemand doorgaat op mavo-, havo- of vwo-niveau. We moeten op basis van cijfers kunnen bepalen op welk niveau een leerling bezig is.”
“Onze derde doelstelling met summatief toetsen is leerlingen leren omgaan met toetsdruk en met een bepaalde toetslengte. Want uiteindelijk komt het examen en dan moet je de hele week drie uur per dag in een examenzaal toetsen kunnen maken. Met ons programma bouwen we op tot dat niveau; daarom werken we met toetsweken, daarom worden de toetsen die we afnemen steeds langer.”
Je gaf aan dat jullie daarnaast meer formatief willen handelen. Heb je al enig idee in welke vorm?
“Dat kunnen korte opdrachten zijn om te achterhalen op welk niveau leerlingen bezig zijn. Of kleine online toetsvormen. We zijn op dit moment bijvoorbeeld aan het experimenteren met digitaal toetsen. Dus we zijn er op verschillende manieren mee bezig, maar uiteindelijk gaat het om de feedback die docenten geven aan leerlingen. Om de vraag: heb jij inzicht in het leerproces van je leerling en kun je daar met je feedback op aansluiten?”
“Ik moet er wel bij zeggen dat het nog in de kinderschoenen staat. Er worden op verschillende niveaus goede discussies gevoerd. Wat kun je allemaal afvangen met formatief handelen? En wanneer is summatief toetsen echt nodig om een goed beeld van een leerling te krijgen? Voor de vakgroep moderne vreemde talen hebben we recent bijvoorbeeld een uitzondering gemaakt op een aantal richtlijnen uit onze toetsvisie. Omdat zij gewoon met goede argumenten kwamen voor een extra summatief moment.”
Wat doen jullie als schoolleiding om het thema toetsing bij docenten onder de aandacht te krijgen en te houden?
“Tijdens studiedagen staat het als onderwerp op de agenda. Laatst bijvoorbeeld het werken met een toetsmatrijs, want we denken ook veel met elkaar na over het borgen van de kwaliteit van onze toetsen. En we hebben een toetscommissie die met de kwaliteit van toetsing aan de slag is gegaan.”
“In onze toetsvisie hebben we ook opgenomen dat we toetsen analyseren met RTTI. Daarmee kun je heel mooi in kaart brengen met welk type toetsvragen een klas bijvoorbeeld veel moeite heeft. Dat zegt iets over het niveau van de klas, maar het kan ook iets zeggen over de kwaliteit van je toets. Het levert waardevolle data op, waarop je weer kunt aansluiten met je didactiek en je feedback. Daarnaast proberen we als schoolleiding onze examenresultaten ieder jaar goed te analyseren. Daarbij zetten we ook AI in, om ons te helpen met het ontdekken van patronen. Waarin zien we verschillen tussen vakken, vakgroepen of klassen? Dat zijn waardevolle inzichten.”
“Het zijn allemaal mooie ontwikkelingen en instrumenten. Maar we worstelen nog wel met de vraag hoe we die ontwikkelingen en instrumenten goed inbedden in het kwaliteitszorgsysteem. In de waan van de dag, met alle andere dingen die zo belangrijk zijn, is het een uitdaging om cyclisch te werken aan onderwijskwaliteit en toetskwaliteit.”
“Het idee is om ontwikkelingen bottom-up door te voeren en binnen de organisatie te borgen. Dat gaat met vallen en opstaan.“
“Daarom zijn we nu ook bezig met een professionaliseringstraject rondom het creëren van een verbetercultuur. Dat doen we met Groeikracht, een organisatie die trajecten begeleidt met subsidie vanuit het programma Ontwikkelkracht van het Ministerie van OCW. Dat gebeurt aan de hand van leerteams en bordsessies: je staat met een team rond een bord om verbeterdoelen te formuleren, waaraan je vervolgens op een evidence-informed manier gaat werken. Dit jaar gaan we dat doen rond drie andere thema’s: differentiatie, vwo-onderwijs en groepsdynamiek. Volgend jaar kunnen we deze manier van werken wellicht inzetten om het onderwerp toetsing beter te borgen binnen de schoolorganisatie. Evidence-informed, dus vanuit wetenschappelijke inzichten, maar wel ingebed in je eigen context en vanuit je eigen ervaringen.”
“Het idee is om ontwikkelingen bottom-up door te voeren en binnen de organisatie te borgen. Dat gaat met vallen en opstaan; ik zie het als een iteratief proces. Maar ik geloof er ontzettend in dat dit een goede manier is om met elkaar tot onderwijsverbetering te komen.”
Tot slot: aan wie wil je het stokje doorgeven?
“Aan Marjolijn Cuppers. Zij is directeur van de Cobbenhagenmavo in Tilburg én van de Internationale Schakelklas in Oisterwijk. Ik denk dat zij een mooi beeld kan schetsen hoe er wordt getoetst bij nieuwkomers in Nederland.”
Ook aan de slag met doelgericht toetsen en evalueren?
We denken graag met je mee. Neem gerust vrijblijvend contact op om te bespreken waar jullie tegenaan lopen. Bekijk ook eens het trainingsaanbod van JIJ! voor het voortgezet onderwijs.
Meer interviews met schoolleiders in het VO
Ruben Koeweiden is de 33e die het stokje in handen kreeg.
Nieuwsgierig naar zijn voorgangers? Lees hier alle interviews.
Blijf op de hoogte!
Bericht ontvangen bij een nieuwe aflevering?
Meld je aan voor onze nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn.