Pilot met formatief evalueren op het Stedelijk Gymnasium Arnhem


“Toetsing is een beetje de suikerverslaving van het onderwijs“
Het Stedelijk Gymnasium Arnhem heeft in het schoolplan drie didactische speerpunten vastgelegd: leerdoelgericht werken, differentiëren en formatief evalueren. Dit schooljaar vindt in één van de eerste klassen een pilot plaats met formatief evalueren. Rector Veronique Hermans deelt haar ervaringen.
“Best wel spannend”, karakteriseert Veronique de pilot. “Ik noem toetsing altijd een beetje de suikerverslaving van het onderwijs. We vinden het eigenlijk toch wel lekker om er steeds meer van te nemen. En het is best eng om er vanaf te kicken.”
“Het is de bedoeling dat we binnen nu en twee jaar in de onderbouw alleen nog maar formatief evalueren in de eerste helft van het schooljaar. Zodat we kinderen beter in beeld krijgen, beter op hun leerproces kunnen inzoomen en op basis daarvan maatwerk kunnen aanbieden.”
Hoe pakken jullie het aan?
“Er is nu één eerste klas gestart met alleen maar formatieve evaluatie in het eerste half jaar. We hebben daar docenten op gezet die dat ook wilden, die daarin wilden meedenken. Collega’s uit deze groep geven aan dat er eigenlijk nog onvoldoende kennis en expertise is om het volgend jaar al schoolbreed in alle eerste klassen te introduceren. Je kunt zeggen: laten we het gewoon uitproberen en zien hoe het loopt. Maar je ziet dat we zoiets bij ons op school toch wel heel goed willen doen. Dat zien we ook bij leerlingen; we hebben graag grip op nieuwe stappen.”
“Daarom hebben we nu gezegd: we laten deze groep er nog een half jaar mee doorgaan in de tweede klas. Om te voorkomen dat het doodbloedt. En in dat halve jaar gaan we ons als team verder proberen te bekwamen in formatief evalueren, zodat we dit het jaar erop in alle eerste klassen kunnen doen. Met veel meer mensen die zich daartoe bekwaam achten en het ook leuk vinden.”
Waar staan jullie nu?
“Je kunt op allerlei manieren differentiëren. We hebben geconstateerd dat we het nu vooral op tempo doen, maar je kunt je afvragen of dat niet te mager is. Betekent differentiëren alleen dat een kind eerder door een hoepeltje mag springen? Dan zijn we eigenlijk hetzelfde aan het doen, maar dan in een korter tijdsbestek. Terwijl de rijkere context van het formatief evalueren voor ons veel meerwaarde heeft. In ons schoolplan hebben we onszelf de opdracht gegeven onze leerlingen beter te leren kennen. Formatief evalueren kan enorm ondersteunend daaraan zijn; veel waardevoller dan een summatieve momentopname.”
“Overigens willen we nog wel summatief blijven toetsen. Af en toe, om leerlingen daarmee in aanraking te laten komen. We evalueren constant met ouders en leerlingen en daaruit blijkt dat veel kinderen willen weten waar ze staan. Dan kun je wel zeggen: je hebt je leerdoel gehaald, je hebt er zoveel keer over gedaan en we zien dat je bijvoorbeeld nog moeite hebt met plannen en organiseren. Met formatief evalueren kun je heel veel dingen meenemen. Maar ja, ‘ben ik nou een zeven of ben ik nou een vijf?’”
“Het heeft ook te maken met het pad richting examinering. Toetsen is niet alleen kijken wat kinderen weten of kunnen, maar ook het toetsen van stressbestendigheid. Het helpt als kinderen voelen hoe het is om een keer wél onder druk te moeten presteren. Want dat ga je in je vervolgopleiding of je werkcontext ook meemaken.”
“Leerdoelgericht werken, differentiëren en formatief evalueren zijn onze didactische speerpunten. We hebben in het schoolplan vastgelegd dat we daar collectief op inzetten. En in ons formatieplan voor volgend jaar komt te staan dat we het collectieve deel van de deskundigheidsbevordering hiervoor oormerken. Dit hebben we al besproken met de PMR, de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad. Zodat we aan de voorkant al consensus daarover hebben.”
“We hebben een leerling laten vertellen waarom het zo goed is om te differentiëren in de les.“
Zijn er nog andere dingen die je doet om het draagvlak onder medewerkers te vergroten?
“Nou, we hebben laatst iets gedaan dat voor mij echt de eyeopener van het jaar was. We hebben een leerling laten vertellen waarom het zo goed is om te differentiëren in de les. Die vertelde dat zij voor de klassieke talen een ander programma volgt dan de andere leerlingen – en wat dat doet met haar motivatie.”
“Je ziet de dynamiek in een team dan zó veranderen. Dus nu ga ik leerlingen meer als een soort vliegwiel of katalysator inzetten om duidelijk te krijgen welke impact beleid dat we maken op onze leerlingen heeft, bijvoorbeeld door inzet van een leerlingenarena. Met een interviewer die vragen stelt. En eromheen een groep docenten, die alleen maar mogen luisteren en niet mogen interrumperen. Om te horen hoe kinderen over een bepaald onderwerp denken en welke overwegingen voor hen daarbij een rol spelen.”
“Zo ontstaat draagvlak voor beleidsveranderingen. En het nodigt docenten uit te reflecteren op hun eigen onderwijspraktijk. Op deze school werken mensen die ontzettend goed zijn in hun vak en daarin heel zorgvuldig willen lesgeven. Tegelijkertijd willen we ook een leeromgeving creëren waarbij leerlingen meer verantwoordelijkheid krijgen over hun leerproces. Die weg zijn we nu samen aan het bewandelen.”
Je sprak net over het scholen van docenten in formatief evalueren, differentiëren en werken met leerdoelen. Hoe geef je daar vorm aan?
“Binnen nu en het einde van de schoolplanperiode willen we dat iedereen het kan. Het idee is om een algemene kick-off te organiseren en daarna in tranches te werken, met kartrekkers uit de secties. We hebben het ook niet over Japans leren binnen twee weken, hè. Vaak doen docenten het al onbewust. Door checkvragen te stellen, door kinderen iets op een bord te laten doen.”
“Tijdens onze laatste studiedag ging het ook over differentiëren. Toen heeft onze sectie wiskunde aan alle collega’s laten zien hoe zij daarmee omgaan. Die hebben in hun lokalen acht van die smalle whiteboards gezet. Een soort staande werkplekken, waar kinderen elkaar hun berekeningen moeten uitleggen. Ze maken hun stappen inzichtelijk, leggen hun denkproces bloot, krijgen feedback van anderen. Ze leren letterlijk van elkaar. Andere secties zien dan hoe krachtig die manier van formatief evalueren is en reageren daar heel enthousiast op.”
“Dus we doen het vaak al. Het administreren van wat je aantreft is wel een belangrijke handeling die erbij hoort. Vooral dat vraagt oefening. Maar we zijn absoluut op de goede weg.”
Tot slot: aan wie mogen we het stokje doorgeven?
“Aan Yvonne van Nuland, rector van het OLV Breda. Ik ken Yvonne van mijn tijd bij OMO, een vereniging van scholen voor voortgezet onderwijs.”
Ook aan de slag met formatief evalueren?
Bekijk het trainingsaanbod van JIJ! voor het voortgezet onderwijs.

Meer interviews met schoolleiders in het VO
Veronique Hermans is de 31e die het stokje in handen kreeg.
Nieuwsgierig naar haar voorgangers? Lees hier alle interviews.
Blijf op de hoogte!
Bericht ontvangen bij een nieuwe aflevering?
Meld je aan voor onze nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn.