Aan de slag met basisvaardigheden: zo doen ze het op het Etty Hillesum Lyceum

banner Renske
banner Renske

“Ik probeer basisvaardigheden te verbinden met andere dingen die op school spelen.”

Sinds eind 2022 kunnen scholen subsidie krijgen voor plannen om de basisvaardigheden van leerlingen te verbeteren. Het Etty Hillesum Lyceum in Deventer besloot vanuit dit geld een projectleider basisvaardigheden aan te stellen, in de persoon van Renske Wassink. Zij vertelt over de aanpak van ‘het Etty’ én deelt tips voor scholen die ook aan de slag willen met het verbeteren van de basisvaardigheden.

Renske vertelt hoe ze in september 2023 aan haar opdracht begon: “De directie heeft het project vanaf het begin schoolbreed aangepakt, met een kartrekker voor elke basisvaardigheid op elk van onze vijf locaties. Die kartrekkers overleggen bovenschools weer met elkaar in een eigen projectgroep: voor rekenen, taal, burgerschap en digitale geletterdheid. Toen ik aan boord kwam hadden de vier projectgroepen al plannen op hoofdlijnen geformuleerd. Na mijn komst zijn we de plannen verder gaan specificeren.”

Specifieke behoeftes

“Het is belangrijk dat er een fase is geweest waarin de locaties veel samen zijn opgetrokken. Voor het verbinden van kennis en eenduidigheid in de aanpak. Zeker ook omdat we onderbouw- en bovenbouwlocaties hebben. Leerlingen stromen door van de ene naar de andere locatie en dan is het niet wenselijk dat locaties een verschillende aanpak hanteren.”

“Nu we de plannen aan het uitwerken zijn, merken we dat elke locatie ook specifieke behoeftes heeft. Dat hangt van verschillende factoren af. Hoe je onderwijs is georganiseerd bijvoorbeeld; meer sectie-georiënteerd of team-georiënteerd. En een kleinere locatie met een wat homogenere doelgroep werkt weer anders dan een school met veel leerroutes.”

“Daarin zijn we elkaar nu wat meer aan het vrijlaten. Want je kan mooie plannen hebben, maar om die uitgevoerd te krijgen heb je draagvlak nodig en betrokkenheid van je collega’s op je eigen locatie.”

Vakoverstijgende aanpak

Dat draagvlak is extra belangrijk vanwege de aanpak die het Etty Hillesum Lyceum hanteert, legt Renske uit: “We hebben gekozen voor een vakoverstijgende aanpak. Dus taal is niet alleen de verantwoordelijkheid van de sectie Nederlands; we willen dat elke docent aandacht besteedt aan het talige aspect van zijn of haar vak. Hetzelfde geldt voor rekenen. Er zijn genoeg vakken waarbij dat een rol speelt. Aardrijkskunde, scheikunde, natuurkunde, economie… En ook praktijkvakken. Als je een horeca-opleiding doet, ben je veel bezig met verhoudingen en maten.”

“Zo’n vakoverstijgende aanpak vraagt van onze kartrekkers dat ze met de collega’s op hun locatie in gesprek gaan. Wat heb jij nodig voor je vak? Hoe kom je aan de kennis die je nu nog mist, bijvoorbeeld over taalonderwijs? Wat hebben we aan tijd nodig met z’n allen? Op welke momenten zien we elkaar; bijvoorbeeld op studiedagen of teammiddagen? En vooral: hoe blijven we eraan toekomen in de waan van de dag? Dat zijn best weerbarstige processen.”

Geen halfbakken formuleringen

“De eerste resultaten zijn inmiddels zichtbaar: “We horen positieve geluiden over bepaalde toetsen die beter zijn gemaakt, of van docenten die in hun les het effect signaleren.”

“Een mooi voorbeeld is een van onze techniekdocenten die aan de slag is gegaan met taalgericht vakonderwijs. Die neemt geen genoegen meer met halfbakken formuleringen bij opdrachten. Voorheen leverden leerlingen een technisch ontwerp vaak in met een halfbakken toelichting. Dan was de neiging toch om te zeggen: ik begrijp wat je bedoelt, dus het is oké. Maar hij neemt daar dus geen genoegen meer mee en eist volzinnen en een coherent verhaal. Het leuke is: sinds hij daarin kritischer is geworden, zijn de ontwerpen ook beter.”

Zoeken naar tijd en ruimte

“Dat zijn leuke voorbeelden, maar nog wel vrij lokaal. Dit jaar willen we daar meer structuur in aanbrengen. Aan de ene kant door die lokale best practices met elkaar te delen. Aan de andere kant door momenten te creëren om structureel het gesprek hierover te voeren en methodisch hierop door te ontwikkelen. Dat is een lastige stap, want er is gewoon heel weinig tijd. Er spelen allerlei ontwikkelingen in een school, dus het is zoeken naar ruimte daarvoor.”

Hoe je die ruimte vindt? Dat antwoord heb ik nog niet, maar ik ben geneigd daarin twee wegen te bewandelen.

“De eerste is de weg van het opportunisme, waarbij ik basisvaardigheden probeer te verbinden met andere dingen die op school spelen. Een voorbeeld: op één van onze locaties staat binnenkort een ChatGPT-training op de rol. Dat is nu zo’n hot topic dat veel collega’s daar iets mee willen. Voor taaltrainingen op diezelfde locatie was minder animo; je bent dan toch een beetje aan het concurreren met elkaar. Toen stelde ik voor om in de ChatGPT-training aan de slag te gaan met een casus rond taalgericht vakonderwijs: zullen we ChatGPT inzetten om ons daarbij te helpen? Dan geef je dus eigenlijk twee trainingen tegelijk. Zo is het voortdurend zoeken naar strategische verbindingen; dat noem ik de weg van het opportunisme.”

“Daarnaast moeten we, en dat is een taak van de directie, goed kijken hoe we het schooljaar inrichten en welke overlegmomenten we daarin hebben. Wat dat betreft kan dit project als vliegwiel dienen voor de ontwikkelingsvaardigheid van de school in bredere zin. Want die weerbarstigheid waar wij mee kampen, daar kampen alle onderwijsontwikkelingen mee. Iedereen heeft een gebrek aan tijd en headspace. Als we een structuur neerleggen in de vorm van een wekelijks of maandelijks overleg, kunnen we volgens een vaste methode in gesprek gaan over de verbetering van ons onderwijs. Daarin kun je basisvaardigheden kwijt, maar ook andere ontwikkelingen, zoals toetsbekwaamheid of formatief handelen.”

De rol van toetsing

Het Etty Hillesum Lyceum maakt gebruik van het JIJ! Leerlingvolgsysteem (LVS), waarbij ze de volgtoetsen inzetten om het taal- en rekenniveau van leerlingen te meten.

Renske: “We zijn veel met elkaar in gesprek over toetsing. Wanneer je een toets afneemt, welke toets je afneemt, wat je met de resultaten doet. Op klasniveau is dit al goed geregeld; we zien dat docenten toetsen goed gebruiken in het kader van formatief handelen. Nu willen we toetsing ook gebruiken om op programmaniveau door te ontwikkelen. Bijvoorbeeld door te kijken hoe leerlingen groeien binnen verschillende leerroutes. Zie je daar gekke uitschieters? En kun je achterhalen waar dat dan aan ligt? Aan een docent die een succesvolle aanpak hanteert? Aan de samenstelling van de klas? Ik denk dat cijfers nooit iets plat verklaren, maar ze kunnen je wel een interessante richting op wijzen.”

“Zo proberen we het LVS en de JIJ!-toetsen steeds meer in te zetten om zicht te krijgen op schoolbrede ontwikkelingen. Waarom zien we de rekenvaardigheid in leerjaar 1 toenemen, in jaar 2 stagneren en in jaar 3 weer oppikken? En wat staat ons dan in jaar 2 te doen, zodat leerlingen uiteindelijk verder komen in drie jaar tijd?”

“Dat vraagt dat we nog beter moeten worden in het analyseren van toetsgegevens. Plus, als we het hebben over vakoverstijgend werken: dat je de uitslag van zo’n toets deelt met al die collega’s die een stukje taal of rekenen meenemen in hun vak. En dat die leren hoe ze kunnen inzoomen op dat onderdeel waarmee zij in hun vak bezig zijn, bijvoorbeeld verhoudingen. Daarmee creëer je verbinding en maak je iedereen duidelijk wat de functie van toetsing is. Wat we er samen van leren en mee kunnen.”

Aan de slag met basisvaardigheden – 6 tips van projectleider Renske Wassink

 

1. Raadpleeg de interventiekaart basisvaardigheden van OCW
“Daar is veel te vinden, met name op het gebied van taal en rekenen.”

 

2. Ga voor een vakoverschrijdende aanpak
“Zo zorg je ervoor dat het onderwerp overal verankerd raakt. Dit is de lastigste, maar maakt wel het grootste verschil.”

 

3. Zorg voor kartrekkers én klankbordgroepen
“Het is fijn om op elke locatie iemand te hebben die vooruit denkt. Maar je hebt ook collega’s nodig die plannen nu al in de praktijk brengen, en vanuit een positieve houding met je klankborden. Onze meest effectieve kartrekkers zijn degenen die een actieve klankbordgroep of ontwikkelteam om zich heen hebben.”

 

4. Geef het MT de verantwoordelijkheid voor het samenstellen van die klankbordgroepen
“Die verantwoordelijkheid moet niet bij de kartrekker liggen. Wat als die steeds ‘nee’ te horen krijgt omdat collega’s geen tijd hebben? Dat is niet goed voor het moraal. Maak de kartrekker verantwoordelijk voor de inhoud en neem als MT de verantwoordelijkheid voor de organisatie.”

 

5. Faciliteer mensen met tijd én gelegenheid
“Breng de juiste mensen in positie, faciliteer ze met tijd, maar óók met gelegenheid. Als de mensen die het samen moeten doen allemaal op een andere dag werken, dan weet je dat er weinig van de grond gaat komen.”

 

6. Zorg voor geregeld overleg met iemand in het MT
“Dan kun je jouw visie op de inhoud koppelen aan praktische overwegingen zoals formatie, rooster of de invulling van studiedagen. Want inhoudelijke plannen hebben altijd praktische implicaties.”

Toets! Special #5, Werken aan de basisvaardigheden - vraag hem aan!

Een verkorte versie van het interview met Gerdineke van Silfhout is gepubliceerd in Toets! Special #5 met als thema ‘Werken aan de basisvaardigheden’. Vraag deze special aan en ontvang hem gratis in je brievenbus of inbox.

Vraag Toets! Special #5 aan
Plaats een reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *