Motivatie tot leren: doen wat werkt

Sergej Visser - Motivatie tot leren: Doen wat werkt | Toets! Special
Sergej Visser - Motivatie tot leren: Doen wat werkt | Toets! Special

Ken je het beeld? Een klas vol onderuitgezakte tieners, AirPods in de oren, de ogen gericht op hun telefoons. Niet vooruit te branden – ze horen niet eens wat je zegt. Zeker sinds corona zien we een motivatiecrisis. Zelfs voor een cijfertoets lijken leerlingen nauwelijks nog in actie te komen. Zo wordt leren heel lastig. Hoe krijgen we ze in beweging? Wat kunnen we doen om leerlingen te motiveren tot leren? Ik zet enkele inzichten voor je op een rij.

Allereerst: nieuwe dingen leren gaat niet vanzelf. Als je iets nog niet weet of kunt, kost het moeite om het te gaan beheersen. Een gemotiveerde leerling heeft voldoende drijfveren om de inspanning te leveren die leidt tot het leren van iets nieuws. Die drijfveren kunnen van buiten komen (extrinsieke motivatie), maar ook van binnenuit (intrinsieke motivatie).

Bij extrinsieke motivatie gaan leerlingen aan de slag omdat ze een externe druk of noodzaak ervaren. Ze reageren op prikkels van buitenaf: positieve, bijvoorbeeld leuke lesactiviteiten, interessante onderwerpen, of beloningen. Negatieve stimulansen zijn er ook: de angst voor een slecht cijfer of een straf. Prikkels zorgen dat leerlingen meer inspanning gaan leveren.

Bij intrinsieke motivatie denken we aan leerlingen die zélf willen leren, die geen externe prikkels nodig hebben om tot leren te komen. Hun interesse is gewekt; ze gaan zelf op onderzoek uit en zijn volop bezig in de klas, met glanzende ogen. Kortom, ze staan ‘aan’. Leerlingen hebben zowel extrinsieke als intrinsieke motivatie nodig om tot leren te komen.

Intrinsieke motivatie wordt gevoed door succeservaringen. Als je iets nieuws doet en het lukt, zul je eerder geneigd zijn om ook de volgende stap te zetten. Een mislukking werkt omgekeerd: faal je te vaak, dan haak je af. Positieve prikkels kunnen leiden tot een groter geloof in eigen kunnen, in succes. Motivatie tot leren is dus het resultaat van een positieve leerervaring, en die motivatie is weer een voorwaarde voor verder leren. Ik geef je zes handvatten mee om tot deze succeservaringen in jouw lessen te komen.

 

Tip 1
Richt je op voldoening. Het geeft een fijn gevoel als je merkt dat je iets goed kunt of weet. Hoe beter je iets beheerst, hoe meer voldoening het geeft en hoe leuker het wordt. Zorg daarom dat je leerlingen de basiskennis en -vaardigheden volledig automatiseren. Doe dit door in elke les formatief te evalueren. Ondersteun je leerlingen daarbij gericht.

Tip 2
Maak het leerdoel haalbaar. Maximaliseer de kans op succes. Richt je formatieve checks zo in dat minimaal 80% van je leerlingen het goed heeft. Verdeel de leerstof in hapklare brokken en bevraag elke stap. Zorg dat de hoeveelheid leerstof en denkstappen aansluit bij het niveau van je klas. Help je leerlingen te geloven dat ze het kunnen.

Tip 3
Richt je op de inhoud. Zorg dat je leerlingen kunnen focussen op de leerstof en niet op het proces of de vorm. Implementeer routines in de klas, zodat je weinig tijd kwijt bent aan uitleg over de aanpak. Gebruik een aantal bekende, ingeoefende, steeds terugkerende werkvormen. Het draait om het wat (de inhoud/leerstof), niet om het hoe (het proces).

Tip 4
Maak het normaal. Wees helder welk gedrag je verwacht van je leerlingen en houd ze daaraan: iedereen doet mee, elke leerling is bezig met leren, we helpen elkaar steeds een stapje verder. Leerlingen kijken naar hun omgeving en leeftijdsgenoten en passen zich aan. Maak het dus gewoon dat het rustig is in jouw lessen en dat er geleerd wordt.

Tip 5
Richt je op het wij. Ieder mens wil erbij horen. Zorg dus dat je leerlingen deel uitmaken van de groep. Definieer heldere doelen waar je samen naar streeft. Laat leerlingen samenwerken om tot de doelen te komen. Ga samen in gesprek, vind overeenkomstige waarden en definieer deze (bijvoorbeeld: Fouten maken mag, want daar leren we van).

Tip 6
Maak het leerdoel van henzelf. Eigenaarschap klinkt prachtig, maar leerlingen zijn niet autonoom. Ze hebben sturing en begeleiding nodig. Tegelijkertijd willen we elke leerling helpen om te ontdekken waar ze goed in zijn, waar ze enthousiast van worden, zodat ze daarmee verder kunnen. Als er iets te kiezen valt, ontstaat daar ruimte voor.

 

Kortom, je kunt leerlingen motiveren om te leren door voldoende succeservaringen in te bouwen in het leerproces. Hoe meer positieve leerervaringen een leerling heeft, hoe leuker en beter het leren wordt. Richt daar je lessen dus op in, middels formatief werken. Dan gaan leerlingen weer ‘aan’ en verdwijnen die witte oortjes en telefoons hun tas in. Dan wordt leren weer leuk.

Toets! special

Heb jij de Toets! Special ‘Eigenaarschap: Illusie of realiteit?’ nog niet in je (digitale) mailbox zitten? Vraag dan nu gratis deze editie aan en ontvang direct de digitale editie. Liever per post, dat kan ook!

Toets! Special #2 VO
Plaats een reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *