De hart-handen-meetinstrumenten, voor een completer beeld van je leerling

Als docent weet je vaak snel genoeg waar je leerlingen staan op het gebied van jouw vak. Als mentor sta je voor een andere uitdaging. Met gemiddeld één mentorles in de week heb je bijzonder weinig tijd om je leerlingen goed te leren kennen, maar het is wel een voorwaarde om ze te kunnen begeleiden. Om mentoren hierbij te helpen biedt JIJ! een bijzonder hulpmiddel.

Hoofd-hart-handen

Met de digitale toetsen voor het hoofd, de cognitieve toetsen, die je kunt inzetten via het JIJ! Leerlingvolgsysteem (LVS) kun je zien hoe een leerling ervoor staat op een specifiek vakgebied en op welke onderliggende aspecten je kunt bijsturen. ‘Maar, een leerling is natuurlijk veel meer dan taal en rekenen’, aldus Peter Hoogendijk, productmanager van JIJ!. ‘Voor docenten en met name voor mentoren is het fijn om in een korte tijd een completer beeld van een leerling te krijgen, omdat er zoveel verschillende factoren bepalend zijn voor een succesvolle en prettige schoolcarrière. Door ook het sociaal-emotionele (hart) en executieve (handen) vlak in kaart te brengen, laat je als school zowel aan je leerlingen als aan hun ouders én de onderwijsinspectie zien dat je een visie op onderwijs hebt die meer omvat dan de uitvoering van het vakkenpakket.’

 

“Je combineert het beeld dat jij hebt van de leerling met het beeld dat de leerling van zichzelf heeft en gaat in gesprek over de verschillen en overeenkomsten”

 

De hart-handen-instrumenten bestaan uit zelfevaluaties op het gebied van (1) leeraanpak, (2) sociale context en (3) creatief vermogen. Het resultaat van deze evaluaties illustreert dus het beeld dat een leerling van zichzelf heeft. ‘Je moet rekening houden met een mate van onder- en overschatting, want dat is inherent aan pubers’, zegt Peter. ‘Maar juist dát kan een mooi aanknopingspunt voor een gesprek zijn. Je combineert het beeld dat jij hebt van de leerling met het beeld dat de leerling van zichzelf heeft en gaat in gesprek over de verschillen en overeenkomsten. Een gesprek waarbij je begint met de zachte vaardigheden verloopt vaak veel inhoudelijker dan een gesprek over scores op taal of rekenen.’

 

Leeraanpak en sociale context

Het instrument Leeraanpak brengt de mate van consciëntieusheid in het gedrag van een leerling in beeld. Dit is de mate waarin iemand zich georganiseerd gedraagt en proactief opstelt in het proces van plannen, organiseren en uitvoeren. Uit onderzoek blijkt dat de mate van consciëntieusheid een betrouwbare voorspeller is van studiesucces van leerlingen in het voortgezet onderwijs (Laidra, Pullman, & Allik, 2007). Het instrument Leeraanpak laat zien hoe een leerling scoort op de aspecten doorzettingsvermogen, organiserend vermogen, plannen en prestatiemotivatie (de mate waarin een leerling zich wil inzetten, gemotiveerd en prestatiegericht is). Met het instrument Sociale context krijg je inzicht in hoeverre de sociale omgeving van de leerling belemmerend of bevorderend kan zijn voor het verloop van de schoolcarrière.

 

Afb 1: Een voorbeeld van een vraag uit Leeraanpak.

 

Is het zinvol om creativiteit te meten?

‘Bij de instrumenten Leeraanpak en Sociale context zien veel docenten direct wat het hen kan brengen voor de begeleiding van leerlingen. Maar het meten van creativiteit roept soms vragen op’, vertelt Peter. ‘Moet je dat wel willen meten? Waarom is inzicht hierin zinvol? Mensen hebben allemaal een ander idee bij het concept creativiteit. Ze associëren het meestal met kunstzinnigheid. Je kunt inderdaad discussiëren of je daar uitspraken over wil doen. Maar, creatief vermogen is veel breder dan dat. Het gaat ook over de manier waarop je omgaat met complexe kwesties, of je buiten de gebaande paden kunt denken en hoe je tot oplossingen komt. In het debat over onderwijs gaat veel aandacht uit naar de 21e eeuwse vaardigheden, de kennis en vaardigheden waarmee leerlingen zich kunnen voorbereiden op een snel veranderende maatschappij. Creativiteit wordt beschouwd als een van die vaardigheden, maar is ook een vaardigheid waar docenten moeilijk grip op lijken te krijgen. Dat is dan ook de reden waarom het ministerie van OCW aan TNO de opdracht heeft gegeven om een meetinstrument te ontwikkelen waarmee de mate van creativiteit bij leerlingen vastgesteld kan worden.’

Het instrument Creatief vermogen is door TNO ontwikkeld, met het JIJ! LVS kun je het instrument inzetten in de klas. ‘TNO heeft een uitgebreid onderzoek verricht om dit instrument wetenschappelijk te valideren’, aldus Peter.

 

Afb 2: Onderdeel van de resultaten is het spindiagram. Dit is een voorbeeld uit Creatief vermogen.

 

Uitdagingen en valkuilen

Wilma Loedeman, toetsspecialist bij Bureau ICE, is de ontwikkelaar van de instrumenten Leeraanpak en Sociale context. ‘Als toetsontwikkelaar heb je met de nodige uitdagingen te maken. Zo is er risico op sociaal wenselijke antwoorden bij deze manier van zelfevaluatie, wat we nu ondervangen door een ingebouwde sociaalwenselijkheidsschaal. Daarnaast willen we de kwaliteit van deze instrumenten goed borgen. Dat doen we door na een bepaald aantal afnames een psychometrische analyse uit te voeren, om te zien of wat we willen meten ook terugkomt in de resultaten. Na zo’n analyse kan blijken dat een specifieke vraag aangepast of verwijderd moet worden ten behoeve van de betrouwbaarheid van het instrument.’

 

“Er is geen goed of fout antwoord”

 

Wilma geeft aan dat je in een pilotfase vaak wel merkt wat er wel en niet werkt voor docenten en leerlingen. ‘Docenten vroegen bijvoorbeeld of ze een begrip uit mochten leggen als een leerling het niet snapte. Dat mag, want zonder begrip kan de leerling nooit een uitspraak over zichzelf doen. Het zijn dus echt andersoortige meetinstrumenten dan de cognitieve toetsen die we bieden in het JIJ! Leerlingvolgsysteem. Er is geen goed of fout antwoord. Elk antwoord zegt iets over de leerling zelf. Dat is zowel voor de docent als voor de leerling een essentieel andere benadering en daarmee ook een van de valkuilen. Als je deze hart-handen-instrumenten op dezelfde, beoordelende manier inzet als een cognitieve toets, of als je leerlingen met elkaar gaat vergelijken in termen van ‘jij bent hier minder goed in dan je klasgenoot’ dan schiet het zijn doel voorbij.’

 

Ervaring van een docent

Mieke Hollanders, docent Nederlands en leerjaarcoördinator 3mavo aan het Petrus Canisius College in Alkmaar, heeft afgelopen jaar deelgenomen aan een pilot rond de hart-handen-instrumenten. Over haar ervaring vertelt ze het volgende: ‘In de mavo-3-klassen komen leerlingen van onze verschillende vestigingen samen, waardoor je een heel gemixte groep hebt. Eigenlijk krijg je een nieuwe brugklas, maar dan mét hormonen. Voor de docenten en de mentor is het soms lastig van de klas een groep te maken. De hart-handen-instrumenten geven veel informatie waarmee je leerlingen kunt begeleiden en ervoor kunt zorgen dat zo’n klas sneller een groep vormt.”

“Als er iets niet goed gaat met een leerling is het niet altijd even gemakkelijk te achterhalen waar het hem in zit. Is het de hoeveelheid stof waar ze aan moeten wennen, is het de klas, is het de aanpak van de bovenbouw, zijn het de schoolexamens? Zo’n schooljaar vliegt natuurlijk voorbij en voor je het weet ben je te laat met een interventie om te voorkomen dat ze blijven zitten. Deze tests vormen een goed aanknopingspunt voor het gesprek met de leerling én met de ouders. Door de combinatie van onze informatie en de testresultaten kom je sneller tot een concreet plan om iets aan te pakken. Onze vijf mentoren van de mavo-3-klassen hebben alle drie de tests afgenomen. Ze vonden het fijn dat het afnemen binnen een lesuur van 50 minuten past. De resultaten zijn ook heel duidelijk weergegeven in een spindiagram per leerling.”


Lees meer

Wil je meer lezen over de hart-handen meetinstrumenten, neem dan een kijkje op de hart-handen pagina.

Dit artikel verscheen eerder in Van twaalf tot achttien, editie 4 – april 2020.

Bronnen:
Laidra, L., Pullman, H., & Allik, J. (2007). Personality and intelligence as predictors of academic achievement: A cross-sectional study from elementary to secondary school. Personality and Individual Differences, 42, 441–451. doi: 10.1016/j.paid.2006.08.001.
Stubbé, H., Jetten, A., Paradies, G., & Veldhuis, G. (2015). Creatief vermogen – de ontwikkeling van een meetinstrument voor leerlingen op school. TNO 2015 R11421.
Plaats een reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *